Thema's

Depressie

Wanneer je depressief bent merk je een sombere stemming. Je hebt het gevoel van niets meer te kunnen genieten en je motivatie of interesse in dagelijkse activiteiten is verminderd. Naast deze symptomen kan je slaapproblemen, vermoeidheid of verlies van energie en verandering in jouw eetpatroon opmerken. Jouw manier van denken wordt negatiever, het concentratievermogen neemt af en het geheugen verslechterd. 50% van de mensen heeft gedachten over de dood of zelfmoord.

Een depressie kan een oorzaak hebben, vaak is dit een negatieve gebeurtenis, maar dit moet niet. Je kan ook depressief zijn zonder specifieke oorzaak. Er wordt dan wel eens gezegd: ‘Ik heb alles om gelukkig te zijn maar toch ben ik het niet’. Indien er wel een specifieke oorzaak aan vooraf gaat zal deze in de behandeling bekeken worden. Wanneer deze niet duidelijk is gaan we samen op zoek naar de oorzaak van je depressie.

Manie

Indien je een manie ervaart heb je een eufore stemming. Deze stemming kan echter snel omslaan in prikkelbaarheid, irritatie of boosheid. Je slaapbehoefte neemt af, je afleidbaarheid toe. De activiteiten die je doet volgen elkaar op een snel tempo op maar je maakt deze niet altijd af. Je hele lichaam neemt toe in beweging, net als je spraak. Je kan koopziekte, seksuele uitspattingen en overmatig gebruik van alcohol en/of drugs/medicatie ervaren.

Overspanning

De eerste kenmerken die je opmerkt zijn vaak lichamelijke klachten zoals spanningshoofdpijn, pijn in de nek/schouders of rug, maag-en darmproblemen,… . Indien je terugkijkt naar de afgelopen tijd zal je opmerken dat er bepaalde stressoren zijn geweest die je bezig gehouden hebben. Dit noemen we piekeren. Dit piekeren gaat gepaard met gevoelens van angst of zich zorgen maken. Je kan ervaren dat je minder goed slaapt, dat je eetlust verstoord is of dat je dagelijkse routine een opgave wordt.

Burn-out

Een verergering van de overspanning met als directe, maar niet enige, oorzaak de werksituatie. Je ervaart een verlies van de mentale- en fysieke energie waardoor het dagelijks functioneren niet meer lukt. Het niet meer functioneren heeft op zijn beurt als gevolg een gevoel van incompetentie en onbekwaamheid alsook een verlaging van het zelfbeeld. Je ervaart emotioneel controleverlies (huil- of woedebuien) en gevoelens van depressiviteit of hopeloosheid en je hebt weinig interesse in leuke dingen. 

Daarnaast kan je geheugen-, concentratie- en prestatieproblemen opmerken. Als laatste treedt een onverschillige en/of cynische houding op.

Onze zelfzorgmodule kan je hiermee helpen.

Je kan verschillende angsten ervaren:

1.  Paniekstoornis: je ervaart paniekaanvallen en maakt je hier zorgen rond. Deze aanval gaat gepaard met verschillende lichamelijke kenmerken zoals een versnelde hartslag, zweten, trillen, pijn in de borst, ademhalingsproblemen, duizeligheid en/of misselijkheid,… Je hebt angst om gek te worden of je hebt het gevoel te zullen sterven.

2.   Dwang (obsessieve-compulsieve stoornis): Je hebt angstige gevoelens en om deze gevoelens te controleren ga je bepaalde handelingen uitvoeren. Veelvoorkomende handelingen zijn: herhaaldelijk de deur sluiten, de kraan uitdraaien of het vuur checken. Echter zijn er nog tal van andere handelingen die worden uitgevoerd aangezien dit verschilt van persoon tot persoon. Je beseft dat deze handelingen niet nuttig zijn maar kan ze niet stoppen. Hierdoor verlies je veel tijd gedurende de dag.  

3.   Algemene angststoornis: Je hebt angst en piekert over verschillende domeinen in je leven. Hierdoor heb je het gevoel je dagelijkse leven niet meer de baas te kunnen. Gepaard met de angst ervaar je symptomen zoals rusteloosheid, vermoeidheid, concentratieproblemen, prikkelbaarheid, spanningsklachten en/of slaapproblemen.

4.   Enkelvoudige angststoornis: Je hebt angst voor één specifiek object/situatie in je leven zoals bepaalde dieren, hoogten, kleine ruimtes,… Wanneer je hier last van hebt ga je vermijden om met je angst in contact te komen.

5.   Sociale angst: Je hebt angst voor sociale situaties en dan vooral voor situaties waarbij je in contact komt met mensen die je niet of minder goed kent.   

- Je kan moeite hebben om je aan te passen in volgende situaties:

-      Wanneer er verschillende kleinere tegenslagen op eenzelfde moment plaatsvinden: autopech, ruzie met vriend/vriendin, moeite met de opvoeding, ziekte van ouders, afwijzing door ouders,…

-      Bij het meemaken van een ingrijpende gebeurtenis: ontslag, scheiding, overlijden belangrijke persoon,…

-      Chronische situaties zoals werkloosheid of financiële problemen

Omgaan met moeilijke situaties gaat niet altijd vanzelf. Wanneer bovenstaande levensgebeurtenissen plaatsvinden is het belangrijk dat we de juiste manier vinden om hiermee om te gaan. Dit omgaan met problemen wordt coping genoemd. Je kan op verschillende manieren opgaan met je problemen. Afhankelijk van het probleem moet je een actief informatie inwinnen en het probleem aanpakken of leren je emoties uiten.

Onze zelfzorgmodule kan je hiermee helpen.

Je ervaart rouw wanneer je iemand verliest die belangrijk voor je is. De eerste periode na een overlijden is rouw volkomen normaal en ook hierna zal je verschillende momenten ervaren waarop je de persoon in kwestie mist, denk hierbij bijvoorbeeld aan verjaardagen of feestdagen. Als je merkt dat je vasthangt in het rouwproces (minstens 6 maanden na overlijden), dat de overledene nog steeds bepalend is voor je leven en de rouw je dagelijkse leven onmogelijk maakt spreken we van gecompliceerde rouw.  

Je ervaart chronische vermoeidheid of CVS wanneer je een aanhoudende vermoeidheid ervaart waar geen lichamelijke verklaring voor is. Deze vermoeidheid gaat gepaard met geheugen- of concentratieproblemen, pijn in de gewrichten of spieren, hoofd- of keelpijn, gevoelige hals- of okselklieren. Je hebt niet het gevoel dat je uitgerust wakker wordt, ook niet als je een goede nachtrust hebt gehad. Na lichamelijke inspanning merk je dat je meer last hebt van de vermoeidheid en de pijnklachten.

Je ervaart chronische vermoeidheid of CVS wanneer je een aanhoudende vermoeidheid ervaart waar geen lichamelijke verklaring voor is. Deze vermoeidheid gaat gepaard met geheugen- of concentratieproblemen, pijn in de gewrichten of spieren, hoofd- of keelpijn, gevoelige hals- of okselklieren. Je hebt niet het gevoel dat je uitgerust wakker wordt, ook niet als je een goede nachtrust hebt gehad. Na lichamelijke inspanning merk je dat je meer last hebt van de vermoeidheid en de pijnklachten.

Een Posttraumatische stressstoornis (PTSD) kan je ontwikkelen na één of meerdere traumatische gebeurtenissen. Bepaalde mensen, voorwerpen of dingen in je omgeving gaan ervoor zorgen dat je deze traumatische gebeurtenis opnieuw gaat beleven in gedachten en/of in je dromen. Om de angst die samengaat met deze traumatische gebeurtenis niet te moeten voelen ga je deze bepaalde mensen, voorwerpen of dingen vermijden. In eerste instantie lijkt dit een goede oplossing maar het is net dit vermijden dat gaat zorgen voor een altijd aanwezige angst die je leven verstoord.

Moeilijkheden in communicatie kan je op verschillende manieren ervaren. Je kan ervaren dat je niet weet wat je moet zeggen of dat je iets niet durft te vertellen of zelfs dat je gesprekspartner je grenzen overtreedt. Ook kan je ervaren dat je je gesprekspartner moeilijk kan inschatten of dat er steeds een conflict ontstaat ook al doe je nog zo hard je best om dit te vermijden.

Tegenwoordig wordt er vaak gesproken over assertiviteit of weerbaarheid. Dit gaat over je eigen mening durven zeggen en je gevoelens durven uiten zonder dat je de bedoeling hebt om andere te kwetsen.

Je zelfbeeld is alles wat jou typeert: je capaciteiten, kennis, kwaliteiten, persoonlijkheid en je talenten. Een negatief zelfbeeld is een negatieve beoordeling van jezelf en deze kenmerken. Dit negatief denken gaat zover dat je activiteiten of situaties vermijdt omdat je bang bent dat je het niet goed genoeg gaat doen. Je bent je niet altijd bewust van deze negatieve kijk op jezelf maar wanneer er zich een moeilijke of onaangename situatie voordoet merk je dat dit zelfbeeld je beslissingen gaat beïnvloeden. Het gevolg is dat je je vaker onzeker voelt, soms niet deelneemt aan (sociale) activiteiten of mooie kansen laat liggen.

Je ervaart autisme als je merkt dat je moeite hebt in de omgang met collega’s, vrienden en vreemden. Emoties van anderen zijn voor jou onduidelijk en een gesprek aangaan is lastig. Wanneer er van je gevraagd wordt om je iets voor te stellen of te fantaseren is dit erg moeilijk of lukt dit niet.

Structuur is erg belangrijk voor je, het is moeilijk als jij of anderen in je omgeving hiervan afwijken. Je hebt je eigen interesses en wil niets liever als hiermee bezig zijn. Het is mogelijk dat je het aangenaam vindt om bepaalde bewegingen of klanken te herhalen ookal lijken anderen dit in de situatie waarin je je bevindt vreemd of ongepast te vinden. Je kan ook moeite hebben met het delen van je persoonlijke spullen. 

Je ervaart ADHD (aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit) als je moeite hebt om je aandacht bij activiteiten, taken en details te houden. Dit houdt in dat je niet goed naar de opdracht luistert of de taak niet afmaakt omdat deze teveel mentale inspanning vraagt. Je vergeet vaker dingen en bent snel afgeleid.

Hyperactiviteit wil zeggen dat je moeilijk stil kan zitten, je voelt je rusteloos of hebt moeite om je dagelijkse activiteiten op een rustige manier uit te voeren. Je kan soms moeilijk je beurt afwachten en stoort anderen in het gesprek of onderbreekt hen.  

Weet je niet goed wat kiezen of hoe je moet beginnen aan een nieuwe studie of aan de examenperiode? Heb je iemand nodig die samen met jou een planning bekijkt en opmaakt? Opzoek naar een eerste of nieuwe job maar geen idee hoe je dit aanpakt? Dan kan je bij ons terecht!